De klad erin

Ik weet niet hoe het je vergaat maar bij mij zit de klad erin. Waarin? Nou overal in. Corona, het zal je niet verbazen. Zag ik eerst nog wel de lol van een paar maanden rustig leven, het is nu genoeg geweest. Er is een soort lamlendigheid over me gekomen, die zelfs met wandelen niet verdwijnt. Wandelen, toch doe ik het vaak. De hond heeft nog nooit zoveel rondjes met me gelopen als de laatste maanden. Rondjes in de buurt van een uur, of anderhalf. Ik heb de seizoenen zien veranderen van frisse lente, naar bloedhete zomer en van bloedhete zomer naar een kleurige herfst. We bewogen van binnen naar buiten en zijn inmiddels weer binnen. Klaar met Corona, maar Corona nog niet klaar met ons.

Een paar weken geleden, toen ik terugkwam van een van mijn rondjes met mijn hondje, fietste er iemand langs die me groette en bleef staan. Hij kende me. Ik hem niet. Het bleek een trouwe lezer van mijn blog te zijn, die het was opgevallen dat er weinig meer gebeurde in mijn wandelbestaan. Hij was ook wandelaar en kwam net terug van een etappe Drenthepad. Hij zette zijn fiets bij het eindpunt en fietste dan na de wandeling terug naar het startpunt. Sommige mensen blijven dat, ondanks Corona, gewoon doen. Ik schaamde me een beetje voor mijn wandellamledigheid en vroeg me af hoe hij wist dat ik de Ria van de weblog was. Berend Jager, want zo heette de man, had het een en ander aan informatie gecombineerd en bleek het bij het rechte eind te hebben. Riawandelt, het wordt tijd dat ik deze naam weer eens eer ga aandoen.

Groot-Frieslandpad (7)

Noord-Holland hebben we achter ons gelaten. De etappe van vandaag is de eerste in Friesland. Deels is het bekend terrein en deels is het nieuw. We genieten met volle teugen van de weidse vergezichten op achterland en IJsselmeer. De etappe Stavoren – Workum is zeker op een zomerse dag een heerlijke belevenis.

Verzengende hitte in Twente

Het is alweer een paar weken geleden dat ik met mijn dochter een paar dagen in Twente was. Het was eigenlijk de bedoeling om een paar lange wandeltochten te maken, maar het was geen weer. Tenminste niet voor lange wandelingen. We bedachten een concept waar we ons mee hebben gered maar het was echt vreselijk warm. We maakten twee korte wandelingen en een fietstocht en bezochten Kasteel Ruurlo.

We liepen een 8 kilometerlange wandeling in de buurt van Winterswijk, buurtschap Woold en bosgebied Bekendelle. De route hadden we gevonden op de site van Mooi Achterhoek.  Een prachtige lommerrijke route.
De dag erna huurden we een fiets in Groenlo en maakten een fietstocht over landelijke weggetjes door boerengebied. Via Oldenzaal en Zwillbrock, net over de Duitse grens, reden we terug naar Groenlo. We passeerden het beroemde barok kerkje en probeerden een glimp op te vangen van de flamingo’s die in het Zwillbrockervenn huizen. In het ven stond vrijwel geen water en in de verste verte was geen flamingo te bekennen. Dat was vooral teleurstellend voor een  gezin dat alle vogelkijkhutten in het gebied was langsgegaan, maar geen enkele flamingo had gespot. De vader van het gezin had voor de gelegenheid een shirt aangetrokken met flamingo’s en dat maakte veel goed, tenminste bij ons.
Wij maakten ons op voor het laatste stuk van onze smoorhete fietstocht en trakteerden onszelf op een ijsje in de pittoreske dorpskern van Groenlo. We leverden onze fietsen in, reden met de ramen open en de airco aan terug naar het vakantiehuisje om daar af te koelen in de schaduw. Pas om 23.00 uur waren we een beetje op temperatuur.

Voordat we huiswaarts keren wandelen we in de buurt van kasteel Ruurlo een paaltjeswandeling van ongeveer 6 kilometer, door een afwisselend kampenlandschap.
De wandeling kun je vinden op de site van Staatsbosbeheer (Boswachterspad Ruurlo).  We bezoeken het kasteel, waarin een dependance van Museum More gevestigd is. Er hangt voornamelijk werk van Carel Willink en ook zijn er aantal jurken van zijn ex-vrouw Mathilde tentoongesteld. De jurken zijn ontworpen door Fong Leng. Leuke tentoonstelling  in een mooie omgeving.

In de buurt van Oudemirdum

De vakantie leent zich om ook eens wat verder van huis te wandelen. De dag aan je voeten, alle tijd van de wereld.  Ik ben om 9.15 uur in het ontwakende Oudemirdum  in Gaasterland. Gaasterland ligt in Nationaal Landschap Zuidwest Fryslân. De streek is, anders dan het overwegend vlakke weidekarakter van Friesland, glooiend en bosrijk. Deze reliëfs heetten vroeger gaasten. Het zijn in de Saalien-ijstijd opgestuwde keileemruggen, overdekt met een laag zand.

Mijn medewandelaars staan voor openstaande bruggen, appen ze me. Het is zomer en druk op de Friese wateren, dus dat hoeft niet per se een smoes te zijn. Ik neem nog een cappuccino op het terras, dat zich langzaam vult met toeristen.
Als we compleet zijn lopen we in de ochtend een wandeling van Wandelvanuit, een  route van ongeveer 10 kilometer. Het is heerlijk in de  schaduw. We lopen langs het Wyldemerk en het libellenreservaat over kleine paadjes. De paden, die vaak langs het water lopen, zijn prachtig maar worden in dit vreemde coronajaar vaak gebruikt als toilet. Het lijkt net of mensen alleen maar in staat zijn vanuit hun eigen perspectief het landschap te zien. Ik  vaar hier, dus daarachter zal er wel niks meer zijn. Ik fiets hier en de wereld bestaat alleen uit fietspaden, dus op dit pad komt niemand. Dat ook wandelaars gebruikmaken van de natuur wordt vergeten. De natuur als openbaar toilet; een bron van ergernis.

Desalniettemin is het een mooie wandeling, die ik op geheel eigen en creatieve wijze onbedoeld iets anders vorm heb gegeven. Ik oefen nog met het wandelen via Viewranger en dat gaat niet samen met het voeren van een gesprek is gebleken.
In de middag willen mijn medewandelaars graag naar het Mirnser Klif. Er loopt een  paaltjesroute van It Fryske Gea door het Rijsterbos naar het klif. Het beginpunt is in Rijs. Het Rijsterbos is een mooi oud bos met varens en hoge bomen; een groene oase.
Het strand bij het Klif is behoorlijk populair en het IJsselmeer ligt er aanlokkelijk bij. Hadden we het geweten dan hadden wij ook ons badpak meegenomen en een frisse duik genomen. Al met al is het een fijne afwisselende wandeldag.

De route die wij hebben gelopen in de ochtend:

Friesland: wandelvanuit Oudemirdum

 

Het spannendste van het wadlopen

Elk jaar ga ik het wad op, lopend. Het verveelt nooit, het is altijd anders. De mensen, het weer, de tocht, de dynamiek. Dit keer ga ik samen met mijn dochter op pad. De wekker gaat om half 5 en om 5 uur vertrek ik naar Groningen om Nina op te halen. In Groningen gaan de laatste cafébezoekers naar huis. Om kwart voor 7 melden we ons in Lauwersoog bij P4, waar Johannes Veenstra ons opwacht. “Je kunt me herkennen aan mijn hoofddoekje.” Huh? Op P4 is het druk. Ik denk niet dat iedereen met Johannes meegaat. Dat klopt, de meeste mensen lopen met wadloopcentrum Pieterburen en vertrekken met De Boschwad naar de Brakzand.  Wij doen vrijwel dezelfde tocht, maar wij zijn slechts met 12 personen en wij vertrekken met een klein bootje, de Zeerob, naar de zandplaat. Met een kleine groep ben je wendbaarder en sneller weg, waardoor er niemand voor je loopt op het wad en het lijkt alsof de hele wereld van jou is.

Het bootje brengt ons vliegensvlug naar de zandplaat. Er is haast geboden bij het uitstappen anders kan de Zeerob niet op tijd wegkomen en moet daar blijven tot het vloed is. Maar wij zijn een snel stel en behendig dalen wij het trapje af.

Het zeikt van de regen en het ziet er niet naar uit dat het snel beter zal worden. Alhoewel ik zie daar toch echt een klein stukje blauw. Slechts 5 minuten duurt de bui en dan klaart het wonderbaarlijk snel op. Stapelwolken en een steeds blauwere hemel; het is een adembenemend schouwspel. Ik geloof niet dat ik het wad al eens zo betoverend mooi heb meegemaakt. Maar misschien zeg ik dat wel elk jaar. Nina verorbert de grootst oester die ze ooit gezien heeft. Te groot om in een keer door te slikken, wat je normaal met een oester doet. De groep staat  er ontzet naar te kijken. Gadver.

De 11 kilometerlange tocht over het wad is goed te doen, er is weinig slik en de geulen zijn niet heel diep. Soms reikt het water tot onze middel, maar daar houdt het wel mee op.
Het Kobbeduin zien we al van verre liggen, het is zo’n handig baken. Waarom Johannes heeft gekozen voor het Kobbeduin wordt duidelijk bij het aan land gaan. Het lamsoor staat in volle bloei. De kwelder kleurt helemaal paars aan deze kant van het eiland.  Ik zou hier uren kunnen staan kijken. Wat een schoonheid. Bij het duin trekken we droge kleren aan, sommige laten het erbij. Je droogt ook vanzelf wel op. Een paar fatsoenlijke, droge schoenen voelt wel veel beter. We lopen naar het dorp; 5 kilometer lopen, een goed uur.  Met Nina val ik neer op een terras en aanschouwen we familietaferelen onder het genot van allerlei lekkers. We besluiten met de Zeerob terug te varen en niet met de grote veerboot.
Het water gaat behoorlijk tekeer, het bootje schommelt en we halen meerdere malen een nat pak. Of we snel last hebben van zeeziekte vraagt de schipper. Een hoopgevende vraag.  We zeggen dat we het niet weten en dat we het wel zullen zien. Daar gaat die kleine stoere Zeerob recht op het doel af: de haven van Lauwersoog. Het stuitert en schommelt, het sputtert en spettert. Bleven we bij het wadlopen aardig droog, de terugtocht met het bootje zorgde toch nog voor een nat pak. Het spannendste van het wadlopen is dit keer de reis terug naar de vaste wal met de Zeerob.

Kleinschalige wadlooptochten kun je boeken bij http://www.wadgids.nl of bij http://www.fryskewaedrinners.nl

De Millingerwaard

Deze slideshow vereist JavaScript.

Geen reizen naar woeste buitenlanden, maar een herwaardering van alles dichtbij huis. De schoonheid van het vaderland wordt dit jaar op geen enkele manier afgeleid. Het is Nederland dit jaar en het is zeker geen straf. Zo liep ik met een vriendin een wandeling in de Millingerwaard. We gingen op weg naar de theetuin.  Daar waren we al eens eerder, maar dat was al weer even geleden.
Het uitzicht op het fenomenale rivierenlandschap is haute cuisine Nederland. We kijken uit op de Neder-Rijn. Bloemen die ik eerder deze vakantie aanschouwde tijdens open tuinendagen staan hier gewoon in het wilde weg te groeien en te bloeien. Overal is leven en groen en zijn er prachtige doorkijkjes. Wat een genot.
In de tuin is het gezellig druk, maar met soms een kleine reminder “denkt u aan de 1,5 meter”, kan men elkaar gemakkelijk uit de weg gaan. De tuin is een fijne plek voor een lunch. Nog een laatste inspiratieronde door de tuin en dan wandelen we relaxt terug naar de parkeerplaats.
Meer informatie over de Millinger theetuin vind je op hun website. https://www.millingertheetuin.nl/

Lendevallei; alsof je in een schoolplaat wandelt

Wellicht ken je ze nog, die schoolplaten van M.A. Koekkoek.  Bij ons hingen ze in de klas en je kon er zo heerlijk bij wegdromen. De omgeving van de Lende roept bij mij beelden op aan de schoolplaat “in sloot en plas”. Ik woonde vroeger aan zo’n rijke sloot met kikkers en gele plomp. Op deze zomerse dag worden we uitbundig getrakteerd op gonzende en springlevende sloten.
We lopen een route van Wandelvanuit die start bij Van de Valk in Wolvega. We drinken een kop koffie en kijken naar grote regendruppels die gestaag naar beneden vallen. Hmm, misschien nog maar een kop koffie nemen?
Als we in regentenue vertrekken regent het al lang zo hard niet meer en na twee bochten omgeslagen te zijn, trekken we de hele regenzooi weer uit, want de zon schijnt.
We lopen Wolvega uit via een stukje bos met sappig groene varens. De wandeling lijkt uit te draaien op een plattelandswandeling met graspaden langs weilanden en stille weggetjes. Tot we de rivier de Linde bereiken. We gaan de brug over en vervolgen ons pad door dit groene moerasbos, waar alles groeit en bloeit. Het is van een ongekende schoonheid. We gaan over spannende vlonderpaden, door dichte begroeiing. Voor onze voeten springen kleine padjes alle kanten op. Het krioelt ervan. Afgezien van wat fietsers op de fietspaden is het er stil, heel stil.
Het geluid van de snelweg komt dichterbij en we vermoeden dat we het mooiste deel van de wandeling achter de rug hebben.  Er wacht ons echter een heerlijk toetje. Tijdens het laatst deel belopen we graspaden door ruig grasland en passeren we een oud veensluisje, dat heel mooi gerestaureerd is.
Een prachtige wandeling door een juweeltje van het Fryske Gea. Voor meer informatie over het gebied https://www.itfryskegea.nl/natuurgebied/lendevallei/over-dit-gebied/

De wandeling van 19 kilometer lang die we hebben gelopen kun je hier gratis downloaden of uitprinten
https://wandelvanuit.nl/route-wolvega-3/

 

 

Groot-Frieslandpad (6)

Waren we na lange tijd eindelijk in februari weer verder gegaan met onze reis van West- naar Ostfriesland, kwam de coronacrisis. Nu we onszelf weer wat meer vrijheid gunnen, pakken we de draad op, in juli van het jaar 2020, op een mooie zonnige, ideale wandeldag. We lopen van Wervershoof naar Enkhuizen en sluiten daarmee de Noord-Hollandse etappes af.

Rondje Drenthe – Groningen op de fiets (3)

Vandaag voert mijn tocht terug naar huis. Meer dan 100 kilometer heb ik te gaan. Vanwege de accu kan ik niet te hard van stapel gaan, want voor je het weet heb je wel lekker hard gefietst op standje 3, maar moet je de overige 50 kilometer zonder trapondersteuning verder. Ik leg de afstand af door zo’n 17,5 kilometer per uur te fietsen. Het zal een lange dag worden.
Van Nansum fiets ik naar het beeldschone Krewerd, een prachtig dorp met een nog mooier kerkje. Een pad dwars door de weilanden brengt mij bij  Jukwerd. Appingedam is dan niet ver meer.  Ik blijf er niet lang. In Steendam drink ik koffie bij het muziekcafé van Peter en Leni aan het Schildmeer. Ik laad mijn fietsaccu uit voorzorg gelijk maar even op.  Er volgt een prachtig stuk ruige natuur.  Ik hik een beetje tegen de afstand aan en overweeg om naar Groningen te fietsen en daar de fiets op de trein te zetten. Ik doe het niet en fiets dapper door over het Groninger land. Ik doorkuis Schildwolde, Slochteren en Froombosch. Rijd veel te ver door en moet weer terugfietsen, maar dat is geen straf. Het zijn stuk voor stuk leuke dorpen in Midden-Groningen.
Bij Sappemeer en Hoogezand is de lol er een beetje af. Dat is gewoon een naar eind. Als ik daar voorbij ben komt het weer goed en geniet ik van het prachtige Kiel-Windeweer en komt Drenthe in zicht.
In Zuidlaren is het belachelijk druk. Ik geloof nooit dat iemand zich daar nog iets aantrekt van coronamaatregelen. Ik rijd door het stroomdal van de Drentse Aa en mis de rust van Groningen nu al. In Ekehaar drink ik twee Rivella’s achter elkaar. Wat heb ik een dorst. Fietste ik eerst via knooppunten, ik kies nu voor de kortste weg naar huis nemen, want het is genoeg geweest. De accu van de fiets en mijn eigen accu zijn leeg.
Maar ik heb het gered, een kleine 300 kilometer in 3 dagen en geen zadelpijn.  Echt niet.

 

 

Rondje Drenthe – Groningen op de fiets (2)

In Niehove verblijf ik in B&B Op De Wierde. Zoals de naam al zegt op de wierde. En wat voor wierde. Niehove werd door Elsevier uitgeroepen tot het mooiste dorp van Nederland. Ik was er al een aantal keer eerder. Het is zo’n plek waar je terugkeert, om te kijken of het nog altijd zo mooi is. Mijn fijne kamer kijkt uit op de kerk, de klok luidt ieder half en heel uur. In Niehove kun je fantastisch Indonesisch eten bij Eisseshof. Het restaurant is een begrip in de regio en ver daar buiten. Ik smul van de heerlijke gerechten. Na een wandelingetje rond het dorp, zoek ik mijn fijne plekkie op om een beetje te lezen en heerlijk te slapen.
De volgende ochtend krijg ik op een dienblad een magnifiek ontbijt aangereikt. Alles wat ik bij het ontbijt niet op krijg, mag ik meenemen voor de lunch.

Rond de klok van 10, verlaat ik Niehove, na eerst nog even in de kerk te hebben gekeken. De zon schijnt en ik fiets dwars door het Groninger land, over fietspaden en rustige weggetjes; van het Westerkwartier richting het Hoge Land. Ik passeer het gehucht Electra, gelegen op een kunstmatig schiereiland aan de zuidzijde van een meander van het Reitdiep. Bij Electra werd tussen 1918 en 1920 het gemaal De Waterwolf gebouwd voor de bemaling van bijna 100.000 hectare land in de provincies Groningen en Drenthe. De naam Electra is afkomstig van het waterschap Electra dat dit gemaal beheerde en dat haar naam weer ontleent aan het feit dat dit het eerste gemaal van Nederland was dat elektrisch werd aangedreven. Ik passeer Houwerzijl, Ulrum en Hornhuizen met zijn baken in de vorm van een grote gele lantaarn bovenop de kerktoren. Je kunt de toren beklimmen, maar de laatste trapjes zijn zo steil, dat ik er vanaf zie. Er is namelijk helemaal niemand in de kerk en als ik naar beneden stuiter is er ook niemand om me op te rapen.
Ik fiets door via Broek, naar Pieterburen. Koffiepauze bij Domie’s Toen, een van mijn favoriete plekjes in deze contreien. Westernieland, Den Andel, Warffum en dan hoppa richting wad. Want als je in de buurt bent, moet je altijd even over het wad staren bij Noordpolderzijl. In het Zielhoes aldaar is een trouwerij aan de gang en dus is er geen plek op het terras.  Binnen wel. Helaas is de mosterdsoep op, maar een knapperige bol met Hollandse garnalen is ook niet te versmaden. Ik fiets verder onderaan de dijk. Soms rijd ik even naar boven om te kijken hoe het wad erbij ligt. Ter hoogte van Uithuizen zak ik af. Ik rijd door het dorp, gluur even naar de romantische Menkemaborg en ga richting Zandeweer. Zandeweer heeft een mooi kerkje met een losstaande toren. Ik trap rustig door naar Eppenhuizen, Startenhuizen en Garsthuizen. Wanneer kom je daar nou?  In Zeerijp ga ik richting Losdorp en Spijk. Zo langzamerhand zit ik aan mijn dorpentaks. Het is warm en mijn acculampje knippert vervaarlijk. Maar ik moet verder naar Bierum. Ik sjor mijn fiets over een hoogholtje en trap door naar Nansum, een gehucht aan de Eems. Erfgoedlogies Oldenbosch is een bed & breakfast annex zorgboerderij. De boerderij, uit 1844, is fraai gerestaureerd en ik heb een prachtige kamer met ligbad. Na 90 kilometer fietsen is dat een welkome oppepper.
Ik eet de broodjes die ik vanmorgen heb meegenomen uit Niehove, want er is geen restaurant in de buurt. Ik heb ook nog een krentenbol van de dag ervoor. De koekjes ter plekke aanwezig, zijn een welkom dessert. Ik loop nog even naar de dijk en ben getuige van een wonderschone zonsondergang. Aan het einde van de wereld, daar ben ik nu.

Rondje Drenthe – Groningen op de fiets (1)

Voor het fietsen van een rondje Groningen heb ik al een aantal plannen gemaakt. Fiets op de auto, fiets op de trein. Bij gebrek aan een fietsendrager valt het eerste af en het tweede vind ik in corona-tijd niet aantrekkelijk. En dan ineens weet je het,  je gaat gewoon helemaal fietsen. Ik rijd uiteindelijk met trapondersteuning, hoe ver kan het zijn?
Op donderdag is het zwaar bewolkt en het regent. Mijn man kijkt op de buienradar en zegt dat wanneer ik bij Dwingeloo ben het droog zal zijn, dus ik gok het erop. Ik stap op de fiets en vertrek voor een tocht van 83 kilometer in noordelijke richting. Na een paar kilometer rijd ik al op een fietspad dat volledig nieuw voor me is. Zo gaat dat als je je omgeving vanuit een ander perspectief beziet.
Ik volg fietsknooppunten, dat is wel zo makkelijk. Via Dwingeloo en Diever kom ik in het Drents-Friese Woud. Het is nu inderdaad droog en ik trek mijn regenjas weer uit. Het toert heerlijk door het bos. Ik schamp Appelscha en kom aan in Fochteloo, waar ik mijn broodjes eet naast de klokkenstoel op de oude begraafplaats. Wie mij kent, weet van mijn voorliefde voor begraafplaatsen. Een dooie boel zou je kunnen zeggen, maar voor mij gaat er een serene en weldadige rust vanuit.
Ondanks die handige knooppunten fiets ik verkeerd, maar eindig toch in Veenhuizen, waar ik koffie drink bij Bitter en Zoet en waar ik mijn eigen accu en voor de zekerheid ook die van de fiets oplaadt. Het levert slechts een paar procent stroom op.
Vanaf Veenhuizen doorkruis ik Een en Zevenhuizen en arriveer in Leek. Daar geniet ik van het fietspad dat langs het Leekster Hoofddiep loopt. In de verte zie ik de kerktoren van Midwolde. Ik geloof dat ik daar had moeten fietsen, maar hier rijden is ook geen straf. Lettelbert, Oostwold, Enumatil; het Westerkwartier in optima forma. Kleine pittoreske huizen van rode baksteen met jaloersmakende tuintjes ervoor.  Van Tante Til in Enumatil had ik al veel gehoord en ik ben aan een pauze toe. Tante Til is een kneuterig koffie- en theehuis, dat een sfeer uitstraalt van nostalgie met een knipoog naar kitsch. De thee zit in een potje en wordt geserveerd in oude porseleinen kopjes zoals vroeger bij je tante. Ik neem poffert bij de thee met bruine suiker en gesmolten boter. Over nostalgie gesproken.
Hoewel ik aardig opschiet naar mijn eerste overnachtingsplek, ben ik er nog niet. Den Horn is een prachtig dorp en Noordhorn is ook mooi, maar daar raak ik het spoor even bijster.  Net als ik denk dat ik het helemaal heb gehad met het fietsen en het lichtje van een bijna lege accu oplicht verschijnt Niehove, het eindpunt voor vandaag,

aan de horizon.

Dal van de Reest

De Reest vormt de natuurlijke grens tussen de provincies Overijssel en Drenthe. Het is een onbedorven meanderende stroom. Op een prachtige zondag in de vroege zomer loop ik een Trage Tocht, die start bij het kerkje van Oud -Avereest. In het kerkje wordt gezongen, bij orgelklanken; het ultieme zondagmorgengevoel. Het landschap is adembenemend mooi. Altijd, maar vandaag extra. Velden met verschillende graansoorten, waaronder tarwe, gerst en spelt doen denken aan langvervlogen tijden. Het is pure romantiek, dat Reestdal.

Terug in het Drents-Friese Woud

Het is vreselijk hoe ons leven de laatste maanden werd bepaald door het Coronavirus. Gelukkig zijn de maatregelen versoepeld en is ook de ergste angst uit het lijf verdwenen. Het is dan ook een uitkomst dat Janny “Wandelvanuit” mij vraagt om met haar een route te verkennen. Ik zeg maar al te graag en volmondig ja.
Het is een heerlijke dag om te wandelen, niet te warm, niet te koud en af en toe een buitje. We wandelen in het Drents-Friese Woud aan de kant van het Aekingerzand en de Kale Duinen. We maken een ronde van 19 kilometer en komen heel weinig mensen tegen. De route is volledig onverhard en gaat door bossen, over heidevelden en langs vennen. Dit is echt een wandeling voor natuurliefhebbers. Ondanks dat we laatste tijd allebei niet zo heel veel kilometers hebben gemaakt, valt het ons niet tegen. We kunnen het nog! Het venijn van deze wandeling zit echter in de staart. Het mulle Aekingerzand is een leuk toetje en een goede testcase of we het echt nog kunnen. Ja hoor, het lukt nog steeds.

Wil je de wandeling lopen, klik hier voor de route.

Bezinningsrondje Deurzerdiep

Het zijn bijzondere tijden en een moment van overdenking tijdens een wandeling helpt om de balans in het leven te houden. De natuur lijkt zich niets van corona, werkperikelen of wat dan ook aan te trekken. Het voorjaar is uitbundig.
Op een vrijdagmiddag in mei maak ik een mooie tocht bij het Deuzerdiep. Ik kies de blauwe route van 5,5 kilometer die start bij het parkeerterrein van De Aanleg in Deurze.