Strijd tegen de elementen

Het is al weer even geleden dat ik met de Friese Kuierders een etappe liep van het Friese Woudenpad. Na de auto te hebben geparkeerd in Rottevalle brengt de bus ons snel en probleemloos naar Noordburgum, waar we in december eindigden.
Het is bewolkt, maar droog als we de pas erin zetten. Na zes kilometer is er koffie met appelgebak in het sfeervolle café Lans it Wetter aan het Prinses Margrietkanaal in Skûlenboarch.
Na de pauze wordt het menens met regen en wind. Menigeen zal zich afvragen wat wij buiten doen in dit weer. De regen slaat tegen mijn capuchon, gesprekken volg ik niet meer en dat ligt nu eens niet aan mijn Friese taalbarrière. Het landschap trekt voorbij zonder dat ik er veel van zie. Toch heeft het ook wel wat om de strijd met de elementen aan te gaan.

’s Middags wordt het droog. In Oostermeer is er nogmaals koffie in een biologisch eethuis. We nemen de tijd om op te drogen. Dan lopen we over lange zandwegen met houtwallen. Hier en daar een mooi verbouwd woudhuisje. Knus Fries landschap, is dit.
De Mûntsegroppe is een zandweg van vier kilometer lang, een lange ongezellige streep in het wandelboekje. Maar het valt mee, de zon is gaan schijnen en het is een mooi stukje groen landschap, waar vogels zich gedragen of het voorjaar is.

Een blik op de kerk van Rottevalle. Dag Friesland, dag kuierders. We zien elkaar weer.

Vol verwachting Van Ie naar Noardburgum


Het is nog donker als ik vertrek voor een etappe van het Friese Woudenpad met de Kuierders van Willem de Wandelaar. Ik rijd naar Noardburgum, waar ik mijn auto parkeer op een boerenerf. Aan de overkant vertrekt de bus. Een van de drie, die ons uiteindelijk naar Ie brengt. Je moet er even de tijd voor nemen, maar het is toch mooi dat je komt waar je wezen wilt met het openbaar vervoer. In Ie staat bij Café Woudstra de koffie op ons te wachten, met appeltaart dit keer.

We gaan op pad, de lucht is blauw en het is lekker fris. Mooi weer om er eens flink de pas in te zetten. Via een boerenerf komen we bij het Dokkumer Grootdiep. Het leidt ons naar Dokkum. Bijna als vanzelf komt in je hoofd op: “754, Bonifatius bij Dokkum vermoord”. Veel weet ik niet van Dokkum. Kerkhervormer Bonifatius kwam naar het stadje om de Friezen te bekeren. Het liep anders. Hij werd vermoord door rebellen en Dokkum werd een bedevaartsoord. Een mooi stadje om nog eens naar terug te keren om uitgebreid te bekijken. De schaatsers zijn even terug bij de Elfstedentocht. De intocht in Dokkum schijnt niet te evenaren, volgens de rijders onder ons. Het enige nadeel is dat je na Dokkum nog 30 kilometer te gaan hebt.

Voor ons wandelaars geldt dat niet, wij hebben nog een kilometer of 13 voor de boeg. Na Dokkum verandert het landschap. We komen in de Friese Wouden, een kleinschalig landbouwgebied dat wordt doorsneden door elzensingels. Aan het eind van de route lopen we over de Goddeloze Singel. Het is het laatste nog ongerepte stuk van, een vroeger veertig kilometer lange, klooster- en handelsroute. Daar kon je maar beter niet komen, want het was er niet pluis. De pakjesboot van Sinterklaas ligt afgemeerd bij het Goddeloos tolhuis, Sinterklaas is in geen velden of wegen te zien. En dat voelt toch wat ongemakkelijk aan de Goddeloze Singel. Ik wacht 5 december in spanning af.

Binnen kijken (1)

Na de wandeling van Lauwersoog naar Ee loop ik naar mijn auto terug door het dorp. Ik heb al gezien dat er een idyllisch straatje naar de kerk loopt. De kerk staat op een terp die goed intact gebleven is.  Ee is één van de beschermde stads- en dorpsgezichten van Friesland.
Net als ik een foto wil maken, schuifelt een man, van “het type lieve opa”,  op klompen dichterbij. Hij vraagt of ik binnen wil kijken. Hij is vrijwilliger in de kerk en heeft de sleutel op zak. Zo’n aanbod sla ik niet af.
De kerkdeur gaat open. De man haalt uit een kast een paar versleten pantoffels die hij verruilt voor zijn klompen. Hij leidt me rond in zijn kerk. De kerk waar hij als kind, tijdens de kerkdienst, al gefascineerd raakte door het marmeren rouwbord met Latijnse tekst en doodshoofden aan de muur. Het vertelt het verhaal van een jonge man uit een adellijke familie, die jong stierf. Er zijn deksels van sarcofagen, altaarstenen en heel veel grafstenen.
Over de kleuren die de kerk heeft gekregen na de renovatie zijn we het niet eens. Ik vind de combinatie van hemelsblauw, turquoise en steenrood heel mooi. “Vroeger waren de kleuren warmer”, volgens de man.

Er zijn nog een heleboel wetenswaardigheden rond de kerk waarvan hij mij deelgenoot maakt. Regelmatig volgt achter zijn verhaal de opmerking “tenminste dat denken we, want we weten het niet zeker” of “het zou kunnen”. Wat wel zeker is, is dat het eerste orgel (1794) uit de kerk van Ee, via Klazinaveen in Burgh (Zeeland) terecht gekomen is, waar het nu nog steeds in gebruik is. Een verkocht het orgel voor fl. 700,– aan Klazinaveen in 1923. Klazinaveen beurde voor het orgel fl. 8500,– van Burgh in 1951. In Burgh liet
men het orgel in 1977 restaureren voor fl. 71.500,–.  In datzelfde jaar probeerde een nakomeling van de schenkers van het orgel te Ee en ook de Hervormde gemeente het orgel terug te krijgen omdat men had ontdekt, dat de verkoop van het orgel in 1923 in strijd was met de testamentaire bepalingen krachtens welke het orgel aan deze gemeente was geschonken. De Hervormde Gemeente te Burgh weigerde hierop in te gaan. Wel werd in 1955 een pijp van het originele orgel met inscriptie aan Ee geschonken en  in Burgh vervangen door een nieuw exemplaar met dezelfde inscriptie.

Van Lauwersoog naar Ee

LAW 1-1, Het Friese Woudenpad, loopt van Lauwersoog naar Steenwijk. Vandaag sluit ik mij aan bij de Kuierders van Willem de Wandelaar, een grotendeels Fries gezelschap.  Voor dag en dauw reis ik af naar Ee, vanwaar we per bus reizen naar het beginpunt van de wandeling, Lauwersoog. Het is koud. Aan de grond is het onder het vriespunt, het land ligt onder een mooi wit waasje.

Na de koffie met gebak bij Zeezicht (ik pas me gemakkelijk aan, aan dat soort gewoonten) gaan we over de dijk. Aan de ene kant de Waddenzee, aan de andere kant het Lauwersmeer. Zon en maan ontmoeten elkaar aan een strakblauwe hemel. De uitzichten zijn eindeloos. In de Bantpolder wordt het land bewerkt met machtige machines. Wat zijn ze eigenlijk aan het doen?
Even voorbij Oostmahorn ligt Esonstad. Een verzonnen toeristenstadje met trap- en klokgevels. Het is er druk, waarschijnlijk door de herfstvakantie. Gauw doorlopen maar.
Na de sluis van Ezumazijl volgen we grasdijken, rustige weggetjes en graspaden. In het landschap een enkele terp. Toen het Lauwersmeer nog Lauwerszee was hield je op een verhoging tenminste droge voeten. In Ee is het café gesloten, niet alleen vandaag, maar eigenlijk voor altijd. Slechts de biljartclub en een enkele vereniging maakt nog gebruik van de ruimte. Je stapt hier terug in de tijd. Dat zie je niet alleen, maar dat ruik je ook. Voor ons is er toch koffie, op speciaal verzoek.
En zo eindigt het Friese avontuur van deze dag. Of toch niet. Maar daarover later meer.